Hartritmemonitor

Inhoudstafel
Hartcentrum OLV Aalst - 3

Wat?

De hartritmemonitor of reveal is een toestel zo groot als een USB-stick dat uw hartritme registreert. Het toestel wordt tijdelijk onder uw huid ter hoogte van het borstbeen geplaatst. Een implanteerbare hartritmemonitor wordt ingezet bij klachten die mogelijk veroorzaakt worden door een afwijking in het hartritme. Het legt veranderingen van het hartritme vast op een hartfilmpje. De arts ziet zo of u een hartritmestoornis hebt.

Een implanteerbare hartritmemonitor bestaat uit drie onderdelen:

  • Een implantaat: het apparaatje dat onder uw borstbeen wordt geplaatst
  • Een activator: de afstandsbediening om uw hartritme te registeren bij klachten
  • Een programmeerapparaat: de computer die de cardioloog gebruikt om te programmeren en hartfilmpjes uit te lezen

Het laten registreren van hartfilmpjes gebeurt automatisch en handmatig.

Automatische registratie
Uw hartritme wordt voortdurend geregistreerd. De cardioloog kan een afwijkend hartritme zien, ook als u geen klachten heeft.

Handmatige registratie
Het is de bedoeling dat u bij klachten een knop van de activator indrukt. Het apparaatje registreert dan het hartritme en neemt ook een aantal minuten vóór en na het indrukken van de knop mee. Zo ontstaat er een compleet beeld. Draag daarom de activator altijd bij u.

Voorbereiding

U mag 4 uur voor het onderzoek niet meer eten, drinken of roken.

Onderzoek

Onder plaatselijke verdoving wordt de looprecorder onder het borstbeen vastgemaakt. De gehele procedure duurt 15 tot 30 minuten.

De batterijen van een looprecorder gaan drie jaar mee. De cardioloog beslist hoe lang het apparaat moet ingeplant blijven.

Nazorg

U mag enkele uren nadat de looprecorder werd ingeplant naar huis.

U mag dan niet zelf met de auto rijden.

Op de plaats waar de looprecorder werd ingebracht, kan u lichte pijn ondervinden. U kunt daartegen verschillende pijnstillende medicijnen innemen.

Belangrijk is dat u in de eerste dagen na de operatie de wond droog houdt.  Zodra de wond dicht is, mag de pleister eraf.

Uw huisarts kan de hechtingen na een tiental dagen verwijderen.

Elektromagnetische velden van apparaten kunnen de werking van de hartritmemonitor tijdelijk beïnvloeden. De meeste elektrische huishoudapparaten of het meeste elektrische gereedschap vormen echter geen probleem. Enkele voorzorgsmaatregelen:

  • houd de mobiele telefoon ten minste op 15 cm afstand van de hartritmemonitor of aan het andere oor.
  • bewaar de telefoon niet in een hemdzak aan de kant van de hartritmemonitor. De afstand van 15 cm geldt voor alle apparaten met draadloze communicatie, zoals biepers, laptops met WiFi en Bluetooth-apparaten.
  • ga snel doorheen elektronische diefstalpoortjes, dan is er meestal geen probleem.
  • bij veiligheidsapparatuur op luchthavens kan het alarm afgaan vanwege de metalen onderdelen. Laat dan uw identificatiekaart met informatie over de hartritmemonitor zien. Het apparaat beïnvloedt de hartritmemonitor zelf waarschijnlijk niet.
  • als u op uw werk met krachtige elektrische apparaten werkt, overleg dan met uw cardioloog of maatregelen nodig zijn.
  • een MRI-procedure is meestal toegestaan bij patiënten met een hartritmemonitor. Overleg dit vooraf met de behandelende arts.
  • vertel bij een medische ingreep of bij de tandarts dat u hartritmemonitor heeft. Mogelijk zijn passende voorzorgsmaatregelen nodig.