Kruisbandletsels

Inhoudstafel

Voorste en achterste kruisband

Een kruisbandletsel is een traumatisch letsel. We onderscheiden een voorste en een achterste kruisband. De kruisbanden liggen centraal in de knie en kruisen mekaar. De voorste kruisband loopt van achter naar voor en stabiliseert de beweging van het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen naar voor. De achterste kruisband loopt van voor naar achter en stabiliseert de beweging van het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen naar achter.

Voorste kruisbandletsels zijn het meest frequent en zijn vaak sportletsels (voetbal,ski,basketbal,squash...)

Een letsel van de voorste kruisband ontstaat door een geforceerde beweging:

  • draaibeweging = torsietrauma
  • overstrekken = hyperextensietrauma
  • hypervalgustrauma (na scheuren van de binnenste band)

 

Een letsel van de achterste kruisband ontstaat door een slag op het onderbeen naar achter zoals bij een verkeersongeval ("dashboardtrauma) of door een val op de tuberositas van het scheenbeen. Dit letsel is veel minder frekwent (ong 3% van alle kruisbandletsels)

We onderscheiden:

  • een verrekking = elongatie
  • een gedeeltelijke scheur = partiële ruptuur
  • een volledige scheur = totale ruptuur (= meest frequent voor de voorste kruisband!)

Bij kruisbandletsels zijn er ook frequent andere gewrichtsbandletsels (meest frequent de binnenste = mediale band) en meniscus of kraakbeenletsels aanwezig zijn.

Bij een knieontwrichting ("knieluxatie") zijn per definitie meerdere gewrichtsbanden waaronder beide kruisbanden en collaterale banden gescheurd. Een bloedvatletsel of zenuwletsel in de kniekuil moet dan uitgesloten worden.

Symptomen

Symptomen zijn pijn, zwelling en een instabiliteitsgevoel na een ongeval. Bij een voorste kruisbandletsel heeft de patiënt soms een krak gevoeld of gehoord en is hij/zij door de knie gezakt, vaak is er nadien ook doorzakken of een doorzakkingsgevoel. Afhankelijk van gecombineerde andere gewrichtsbandletsels, meniscus-of kraakbeenletsels zijn er ook bijkomende symptomen van pijn aan binnen-of buitenzijde, gewrichtsbloccage, instabiliteit enz.

Diagnose en onderzoeken

De diagnose wordt gesteld door het klinisch verhaal en het klinisch onderzoek. Bij een kruisbandletsel is er kort na het ongeval meestal een bloeduitstorting in het gewricht wat door punctie bevestigd kan worden en de diagnose kan versterken. Evacuatie van dit bloed verlicht de pijn. Belangrijkste is het stabiliteitsonderzoek van de knie door specifieke testen. Door de pijn kan dit soms pas mogelijk zijn na 48uur tot 1week.  Een kruisbandletsel is zoals andere gewrichtsbandletsels niet zichtbaar op radiografie. Een radiografie dient om botletsels uit sluiten. Soms is op radiografie een afgerukt botfragmentje aan de buitenzijde aanwezig (="Segond lesion" of "lateral capsular sign") wat wijst op een voorste kruisbandletsel.

Een NMR (=MRI)scan bevestigt de diagnose en kan bijkomende letsels van gewrichtsbanden, meniscus of kraakbeen aantonen of uitsluiten. Bij mechanische gewrichtsbloccage en  vermoeden van een geluxeerde meniscushengselscheur wordt vaak het resultaat van een NMR niet afgewacht omdat een kijkoperatie toch noodzakelijk is.

Als een herevaluatie na 48 uur tot 1 week noodzakelijk is, krijgt de patiënt een drukverband en moet hij de knie dan tijdelijk ontlasten met krukken, pijnstilling nemen en  ijs aplliceren. Met uitzondering van breuken en een knieluxatie kunnen alle acute knieletsels veilig op deze manier behandeld worden door iedere basisarts en is een dringende operatie absoluut niet aan de orde.

Behandeling

Een letsel van de voorste kruisband geneest niet spontaan. Afhankelijk van de leeftijd, het activiteitsniveau en het instabiliteitsgevoel zal men al dan niet overgaan tot een operatief herstel.

Niet operatief

Voor “oudere” patiënten , waar eventueel zelfs al wat algemene gewrichtsslijtage aanwezig is, of die geen doorzakkingsgevoel hebben, kan men een afwachtende houding aannemen. In de acute fase (als het pas gebeurt is), kan men rust, hoogstand, ijs doorvoeren en pijnstillers nemen. Later kan men eventueel een kniestbiliserende brace dragen.

Operatief

Bij jonge actieve mensen, die nog aan sport doen, zal men een operatie voorstellen. Als de kruisband niet wordt hersteld, en er is blijvend instabiliteit in de knie, is de kans immers te groot voor bijkomende meniscale en kraakbenige letsels in de toekomst.

Tijdens de operatie zal men de gescheurde kruisband vervangen door pezen (meestal hamstrings of patellapees) van de patiënt zelf. Indien de patiënt vroeger reeds een kruisband herstel heeft gehad, kan men donorpezen gebruiken.

De operatie wordt onder algemene verdoving uitgevoerd. Via een kijkoperatie kan de kruisband hersteld (vervangen) worden door de pezen. Deze wordt gefixeerd met een klein ijzeren plaatje op het bovenbeen en een schroef in het onderbeen. Tijdens de kijkoperatie zal men ook de menisci nakijken en eventueel behandelen. Het kraakbeen wordt ook steeds nagekeken.

Na de operatie heeft men een dik wattenverband. De dag na de operatie zal men al plooi- en sterkoefeingen doen met de kinesist en kinetec. De patiënt blijft meestal een 1 nacht in het ziekehuis.

Meestal wordt een brace meegegeven voor een 4tal weken. De eerste weken wordt de knie best ontlast dmv krukken. In de eerste weken dient de mobiliteit herwonnen worden. Het duurt ongeveer 8 weken om terug een normaal gangpatroon te hebben en volledige mobiliteit herwonnen te hebben. Na 4 maanden mag looptraining hervat worden. Pivoterende sporten zijn ten vroegste toegelaten na 6 maanden. De voornaamste indicatie is de recuperatie van de kracht in de quadriceps.

Mogelijke complicaties van de operatie zoals infectie, wondprobleem, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor (<1%). Postoperatieve zwelling kan voorkomen, waardoor men soms na de operatie wat bloed uit de knie moet prikken.

Onderstaand videofragment toont hoe zogenaamde boortunnels gemaakt worden zodat de peesgreffe op de anatomische plaats van de voorste kruisband kan ingebracht

Orthopedie brochure Voorste kruisbandherstel