Een onderzoek met behulp van radioactive stoffen: wat is het, hoe verloopt het?

Inhoudstafel
De artsen van de dienst Nucleaire Geneeskunde van het OLV Ziekenhuis

Op de dienst Nucleaire Geneeskunde kan een afbeelding worden gemaakt van de werking en functie van verschillende organen in het lichaam.
Hier ligt dan ook het grote verschil met de meeste andere medische beeldvormingstechnieken (zoals RX, CT, Echo, NMR), welke meestal eerder de fijne anatomische details bestuderen.

Scintigrafie

Een foto op de dienst Nucleaire Geneeskunde noemt men een scan of scintigrafie. Terwijl bij andere bovengenoemde technieken de straling, afkomstig van de camera, dikwijls doorheen de patiënt wordt gestuurd, straalt bij ons het bestudeerde orgaan van de patiënt en detecteert de camera deze straling. Deze camera heeft een open architectuur waardoor men zeker geen angst moet hebben voor claustrofobie.

Gebruik van radioactiviteit ​

Voor diagnostische onderzoeken gaat het om zeer kleine dosissen radioactiviteit, welke na een paar uur zowel spontaan vervallen, als langs natuurlijke weg uitgescheiden worden (meestal urine).

Voor de therapieën worden meestal hogere dosissen gebruikt, afhankelijk van het te bereiken resultaat.
Voor bvb. een goedaardig te snel werkende schildklier (hyperthyroïdie) zijn deze dosissen relatief laag, voor de behandeling van kankers veel hoger. Soms is bij deze laatste een ziekenhuisopname met relatieve isolatie in een zo genaamde radioprotectiekamer noodzakelijk, teneinde bij ontslag een voor de omgeving aanvaardbaar "stralingstempo" te bezitten. 

De gebruikte radioactieve stof is niet gevaarlijk

De radioactiviteit ligt in de orde van grootte van de klassieke radiologische onderzoeken, met dit verschil dat door middel van één enkel onderzoek vaak het ganse lichaam zonder bijkomende stralingsbelasting in 20 tot 30 minuten kan onderzocht worden. 

Verloop van het onderzoek

Voor de meeste onderzoeken wordt de radioactieve stof ingespoten in een bloedvat in de arm (voor sommige onderzoeken moet men het product inslikken of inademen). Het bloed voert vervolgens de stof naar de te onderzoeken organen die het dan opnemen.

Het moment van opname, en de duur van de scan hangt af van de eigenschappen van die stof, en van de functie van het betrokken orgaan.
Bij het ene onderzoek kunnen onmiddelijk de foto´s worden genomen, terwijl voor het andere soms uren of dagen moet worden gewacht (voor enkele isotopen-onderzoeken neemt men een bloedstaal of een urinestaal in plaats van foto´s).
De opnametijd van de foto´s kan verschillen, van 10 minuten, tot ongeveer één uur.

Bij alle foto´s is het van belang dat men zo stil mogelijk blijft liggen of zitten, zodat de foto´s zo scherp mogelijk worden. Meestal kan men de kleren gewoon aanhouden.Metalen voorwerpen kunnen de opnamen wel verstoren.

Als de foto´s gemaakt zijn, worden deze aan een van de artsen op de afdeling nucleaire geneeskunde getoond.
Hij/zij bepaalt of er eventueel nog aanvullende opnames nodig zijn.
Indien hij of zij tevreden is met de kwaliteit en de volledigheid van de foto´s mag men de afdeling verlaten.
Er wordt daarna een verslag gemaakt voor de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.