Voorbereiding en verloop van het PET-onderzoek

Inhoudstafel

In geval van zwangerschap (of mogelijkheid tot zwangerschap) of borstvoeding. Overleg zo nodig met de aanvragende arts.
Als u allergisch bent aan radiologische contraststoffen of aan jodium. Meld dit aan de verpleegkundige vooraleer het onderzoek begint
Als u diabetes (suikerziekte) hebt, meld dit aan uw arts. Die zal bepalen of en wanneer uw insulinedosis eventueel verlaagd moet worden, enz.
Als u een verminderde nierfunctie hebt, of schildklierstoornissen, de ziekte van Kahler, de ziekte van Waldenström, mastocytose of claustrofibie, meld dit aan de verpleegkundige vooraleer het onderzoek begint
Als u metformine gebruikt (Glucophare, Metformax, Metformine), meld dit aan de verpleegkundige vooraleer het onderzoek begint.

Doe geen zware inspanningen of geen sporten de laatste 24 uur voor het onderzoek. (Kom dus niet te voet of per fiets naar het PET-centrum).
U dient minstens 6 uur nuchter te zijn voor de start van het onderzoek: voeding en suikerhoudende dranken zijn verboden (enkel water).
Uw geneesmiddelen mag u gewoon innemen met water. (Als u suikerziekte hebt, dient u dient u dit ruime tijd vooraf tijdig te melden

Om praktische redenen laten wij géén familielid of begeleider toe tot de voorbereidingsruimte. U kunt zich enkel laten begeleiden tot in de wachtzaal. Dank voor uw begrip.
De voorbereiding van het onderzoek neemt ongeveer anderhalf uur in beslag.
Bij aankomst in het PET-centrum meten we uw suikerspiegel. Dit gebeurt via een kleine vingerprik.
Vervolgens plaatsen we een infuus in een ader van de arm. Het isotoop wordt via het infuus ingespoten en moet 60 minuten inwerken. Als de patiënt ook een CT-scan ondergaat, zal er ook een radiologisch contrastmiddel worden toegediend.
Juist voor de start van het onderzoek zullen wij de patiënt nogmaals vragen om te plassen, zodat het onderzoek kan starten met een lege urineblaas.

Het PET/CT-onderzoek zelf duurt in totaal 20 tot 30 minuten.
In bepaalde gevallen maken we een aanvullende detailopname van een deel van het lichaam, waardoor het onderzoek 10 tot 15 minuten extra tijd vergt.
Het is belangrijk dat u gedurende dit onderzoek zo goed mogelijk blijft stilliggen.
In geval van toediening van radiologische contraststoffen kunt u tijdens de inspuiting van dit contrast een warmtegevoel en soms een plasgevoel krijgen. U kunt ook een vreemde smaak in de mond of een kriebel in de keel krijgen. Dit verdwijnt vanzelf na enkele minuten.

Na het onderzoek mag u terug eten en drinken. Indien er extra contrastmiddel werd toegediend bij de patiënt, is het belangrijk dat hij/zij veel water drinkt (minstens 2 liter indien mogelijk), opdat de contrastvloeistof sneller uit het lichaam verdwijnt.
U mag na het onderzoek zelf met de wagen naar huis rijden. (Als u geen eigen vervoer hebt, kunt u een taxi laten reserveren aan de infobalie in de onthaalzone van het ziekenhuis).