Artificiële pancreas - diabetes - endocrinologie

Resultaten van Belgische studie gepubliceerd in The Lancet

Mensen met diabetes type 1, een vorm van suikerziekte, moeten de hoeveelheid suiker in hun bloed regelmatig meten om te kunnen bijsturen wanneer nodig. Vroeger gebeurde dat met vingerprikken, maar vandaag dragen de meeste patiënten een toestelletje met een onderhuidse sensor. Dat is verbonden met een app op de smartphone of smartwatch van de patiënt, die zo gemakkelijk zijn waardes kan aflezen en opvolgen.

Er bestaan twee soorten van die toestellen: met of zonder alarmfunctie bij te lage of te hoge bloedsuikerwaarden. Voorlopig wordt het type met alarm beperkter terugbetaald in België.

Vergelijkende studie bij 254 patiënten

Om te onderzoeken of de alarmfunctie veel meerwaarde biedt, voerde een team Belgische onderzoekers een prospectieve, vergelijkende studie uit. In totaal namen 254 volwassenen met diabetes type 1 aan de studie deel, verspreid over zes Belgische diabetescentra. Alle patiënten hadden al ervaring met het type sensor zonder alarm. Tijdens de studieperiode bleef de ene helft van de mensen hun vertrouwde sensor gebruiken, de andere helft kreeg van de onderzoekers het type met de alarmfunctie. Beide groepen werden gedurende zes maanden opgevolgd.

De groep patiënten die de sensor mét alarm gebruikte, kon de bloedsuikerwaardes beter onder controle houden en ervaarde minder angst voor hypoglycemie.

Dr.Frank Nobels, diensthoofd Endocrinologie-Diabetologie OLV Aalst: “Wij zijn blij dat we aan deze studie konden meewerken. De resultaten zijn uiterst nuttig voor de opvolging van diabetespatiënten. De groep patiënten die de sensor mét alarm gebruikte, bleek in het algemeen hun bloedsuikerwaardes beter onder controle te kunnen houden. Hun metingen bleven gemiddeld langer tussen de streefwaardes. Zij hadden dus minder vaak een hypo- of hyperglycemie – een te lage of te hoge bloedsuikerspiegel – dan de patiënten die de sensor zonder alarm gebruikten. Uit vragenlijsten bleek bovendien dat ze minder angst voor hypoglycemie ervaarden en meer tevreden waren over de behandeling. De sensor met alarm zorgt dus voor een betere bloedsuikercontrole en een verhoogde levenskwaliteit.”

Onze resultaten zullen samen met de terugbetalingscriteria een grote impact hebben op het type sensor dat iemand met diabetes type 1 kiest.

Prof. dr. Pieter Gillard, endocrinoloog en diabetesspecialist in UZ Leuven en hoofdonderzoeker van de studie: “De meerwaarde van de alarmfunctie was lange tijd onduidelijk. Oudere studies waren vaak beperkt in grootte en opzet. Omdat ons vergelijkend onderzoek een grote groep mensen langdurig heeft gevolgd, zijn de conclusies betrouwbaar. Onze resultaten zullen samen met de terugbetalingscriteria een grote impact hebben op het type sensor dat iemand met diabetes type 1 kiest, in samenspraak met het behandelende team.”

Zes deelnemende centra

De studie werd geleid door UZ Leuven en gebeurde in samenwerking met de diabetescentra van het UZA, UZ Brussel, OLV Ziekenhuis Aalst, Imeldaziekenhuis Bonheiden en AZ Groeninge Kortrijk.

Meer informatie over diabetes type 1

Diabetes mellitus type 1 is een vorm van suikerziekte gekenmerkt door een tekort aan het hormoon insuline, doordat het eigen afweersysteem de insulineproducerende cellen van de alvleesklier vernietigt. Daardoor kan suiker (glucose) uit het bloed niet meer opgenomen worden in de lichaamscellen en stijgt de bloedsuikerwaarde (glycemie).

Insulinetherapie is van vitaal belang om de bloedsuikerwaarde op peil te houden en allerlei acute en chronische problemen te voorkomen. Een acuut te lage (hypo-) of te hoge (hyper-) glycemie kan levensbedreigend zijn. Op lange termijn kunnen ze ook onomkeerbare schade aan de ogen, nieren of zenuwen veroorzaken.