Specifieke beleidslijnen

Inhoudstafel

Hoe beschermen wij uw privacy?

Lees uitgebreid welke persoonsgegevens van onze patiënten door het OLV Ziekenhuis verwerkt kunnen worden, uiteraard binnen het wettelijke kader. Bekijk wat uw rechten zijn op dat vlak. Meer info.

Afspraken m.b.t. beeld- en geluidsopnamen en sociale media

Beeld- en geluidsopnamen
Het is mogelijk dat uw operatie plaatsvindt in een zaal die uitgerust is met videocamera’s. Deze opnames worden uitsluitend gebruikt voor opleidingen van  medisch en paramedisch personeel. Alleen het technisch gedeelte van de operatie, waar u totaal onherkenbaar bent, wordt in dat geval opgenomen. Indien u dit niet wenst of indien u vragen hebt, gelieve u te wenden tot de hoofdverpleegkundige.

Sociale media
Uiteraard zijn onze artsen, verpleegkundigen en alle andere medewerkers gehouden aan een discretieplicht. Omgekeerd willen wij ook onze patiënten en hun bezoekers vragen om de privacywetgeving ten opzichte van onze medewerkers te respecteren door bijvoorbeeld geen foto's van medewerkers, andere patiënten of bezoekers op sociale media te plaatsen zonder hun uitdrukkelijke toestemming

Bloedtransfusie

Sommige patiënten zullen, tijdens hun verblijf in het ziekenhuis, een behandeling of ingreep ondergaan, waarbij men bloed toegediend moet krijgen. Bloedtransfusie is momenteel veiliger dan ooit tevoren. Daar zijn goede redenen voor:

  • alleen gezonde mensen kunnen bloeddonor worden
  • donors (mensen die bloed afstaan voor transfusie) geven hun bloed vrijwillig en worden hiervoor niet betaald
  • elk zakje donorbloed wordt gecontroleerd op:  twee soorten geelzuchtvirussen (hepatitis b en c), de geslachtsziekte syfilis en het humaan immuundeficiëntievirus (hiv) dat aids kan veroorzaken

Dankzij al deze voorzorgen is de kans op besmetting door bloedtransfusie uiterst klein. Ondanks alle controles kunnen er bij sommige patiënten allergische reacties optreden. Dit komt echter niet vaak voor. Zo’n reactie is herkenbaar aan koorts, rillingen, jeuk, ademnood of een rode huid. Dit kan met geneesmiddelen worden behandeld. Het is ook begrijpelijk dat het bloed dat iemand toegediend krijgt bij hem of haar moet ‘passen’. Daarom nemen wij bloed bij u af om uw bloedgroep en rhesusfactor vast te stellen. Sommige mensen hebben afweerstoffen tegen bloedcellen van anderen in hun bloed. Deze stoffen kunnen aanwezig zijn na een  zwangerschap of vroegere transfusie. Dit alles wordt gecontroleerd. Bovendien wordt uw bloedgroep steeds op 2 onafhankelijk geprikte bepalingen gecontroleerd en ook elektronisch vergeleken. Het is dus mogelijk dat, indien uw bloedgroep in ons systeem nog niet bekend is, wij een tweede staal voor bloedgroepbepaling prikken. Achteraf ontvangt u hiervan een bloedgroepkaartje. Vlak voor u een bloedtransfusie krijgt, zal een verpleegkundige controleren of het bloed van de donor inderdaad voor u bestemd is.
In het Operatiekwartier kunnen uw artsen bij ingrepen met een groot bloedverlies beslissen om technieken te gebruiken waarbij uw eigen bloed zoveel mogelijk wordt gerecupereerd. Hierdoor wordt het kleine risico op een transfusienevenwerking nog verminderd. In zeer specifieke gevallen kan u uw eigen bloedgever zijn (‘autologe transfusie’). Dit dient wel twee maanden voor de behandeling afgesproken te worden. Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen of  opmerkingen hebben, legt u ze dan gerust voor aan uw behandelende arts.

Meer info over bloedtransfusie vindt u op de BeQuinT-website van de FOD Volksgezondheid

Orgaan- en weefseldonatie 

In België bent u automatisch, zonder iets te doen, donor voor weefsel en organen. Wil u dit niet, dan moet u op het gemeentehuis schriftelijk verzet aantekenen. Als u dit niet doet, kan uw familie in eerste graad de donatie weigeren na uw overlijden. Wil u hen deze moeilijke vraag besparen, laat uw wens dan zelf tijdig registreren. Veel zieke mensen kunnen dankzij uw solidariteit, na uw dood, geholpen worden. Meer weten? Vraag aan de hoofdverpleegkundige of er een transplantcoördinator tijdens uw opname kan langskomen of vraag ernaar via de centrale (053 72 41 11). 

Ons beleid aangaande autopsie

Het kan aangewezen zijn dat autopsie (onderzoek op het lichaam van de overledene) plaatsvindt na het overlijden in het ziekenhuis. Dit is enkel mogelijk indien er geen schriftelijk bezwaar werd geuit door de patiënt of zijn familie tijdens zijn hospitalisatie of bij overlijden.

Beleid in verband met palliatieve zorg en euthanasie (levenseinde) 

Het OLV Ziekenhuis ontwikkelde een visie en beleid voor de hierboven vermelde domeinen.

Soms biedt een medische behandeling helaas geen uitzicht meer op herstel en stelt de patiënt en/of de familie zich vragen over het levenseinde. Voor meer informatie over het betreffende beleid en de geldende procedures, gelieve contact op te nemen met de behandelende arts, die dit met u zal bespreken. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de patiëntenbrochure "Het levenseinde bespreekbaar maken". 

Beleid met betrekking tot vrijheidsbeperkende maatregelen

Het OLV Ziekenhuis beschouwt vrijheidsbeperkende maatregelen als een middel van laatste keuze. Enkels als de veiligheid van de patiënt (en anderen) en de behandeling op geen enkele andere manier kan gegarandeerd worden, kan vrijheidsbeperking worden overwogen. We hanteren daarvoor specifieke richtlijnen en procedures, zodat dergelijke maatregelen niet willekeurig zouden worden genomen. 

Vrijheidsbeperkende maatregelen omvatten:

  • fysieke fixatiemiddelen (elke handeling of het gebruik van materiaal die de bewegingsvrijheid beperkt en niet gemakkelijk kan worden verwijderd)
  • Sederende medicatie ('dwangmedicatie') toedienen volgens voorschrift van de behandelend geneesheer of dokter van wacht.
  • Afzondering (enkel van toepassing op de afdeling Psychiatrie)

Principes binnen het OLV Ziekenhuis

  • Enkel als de veiligheid van de patiënt (en anderen) en de behandeling op geen enkele andere manier kan gegarandeerd worden, kan vrijheidsbeperking worden overwogen. Alvorens daartoe over te gaan, worden eerst alternatieven overwogen.
  • De beslissing wordt voorafgaandelijk besproken met de patiënt en/of familie
  • Het comfort voor de patiënt wordt maximaal nagestreefd.
  • De vrijheidsbeperkende maatregel is gekoppeld aan een bepaalde toestand, en wordt opgeheven wanneer die toestand gunstig is geëvolueerd. De vrijheidsbeperking dient bijgevolg zo kort mogelijk te zijn, de nood moet regelmatig geëvalueerd worden (verhoogd toezicht).
  • De toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen dient door de behandelende arts gevalideerd te worden en dient in het medisch dossier van de betrokken patiënt geregistreerd te worden.

Voor aanvullende vragen hieromtrent, contacteer de behandelende arts of de hoofdverpleegkundige op de afdeling waar u of uw naaste verblijft.

PST brochure Het levenseinde bespreekbaar maken