Panelgesprek "Maken robots het verschil voor de patiënt?"

OLV Robotic Week - panelgesprek

De eerste editie van de OLV Robotic Week liep van 5 tot en met 15 december 2023 en werd afgesloten met een symposium voor zorgverleners. Vandaag, bijna een maand later, blikken we even terug op het panelgesprek dat tijdens dat symposium plaatsvond.

Het panelgesprek werd voorafgegaan door een beknopte voorstelling door een arts van elke medische dienst van het OLV Ziekenhuis die gebruik maakt van robotondersteuning bij bepaalde ingrepen.

Brede toepassing of enkel voor specifieke casussen?

In bepaalde medische diensten, zoals Neurochirurgie, Hartchirurgie, Thoracale heelkunde, wordt robotondersteuning enkel/vooral bij een beperkt aantal procedures ingezet, en dan vaak nog na een grondige evaluatie van de specifieke casus.

Ook bij Algemene heelkunde en Orthopedie is de robot nog lang geen evidentie bij elk type ingreep. Maar voor de ingrepen waarvoor de robot wel een meerwaarde kan bieden, wordt deze optie dan toch in quasi elk geval ingezet. Bij de dienst Algemene heelkunde betreft het alle buikwandchirurgie en bij Orthopedie zijn er sinds kort nog relatief weinig ingrepen voor het plaatsen van knie- of heupprotheses waar de robot niet wordt ingezet.

Dat gold ook binnen de dienst Gynaecologie, waar de robot tot voor kort uitsluitend voor de oncologische ingrepen werd ingezet. Sinds kort kan de robot ook een meerwaarde bieden voor niet-oncologische operaties. Dergelijke verbreding van het toepassingsdomein wordt ook binnen andere medische disciplines verwacht. Meerdere fabrikanten blijken nieuwe types van chirurgierobots te ontwikkelen die binnen afzienbare tijd op de markt zullen komen.

Binnen de dienst Urologie van het OLV Ziekenhuis wordt robotondersteuning bij het overgrote deel van de ingrepen ingeschakeld. De ingrepen die zonder robotondersteuning verlopen, vormen hier een kleine minderheid.

Meerwaarde voor de patiënt is doorslaggevend beslissingscriterium

Het doorslaggevende criterium om een ingreep al dan niet met robotondersteuning uit te voeren, is de meerwaarde voor de patiënt. De klassieke voordelen zijn: kleinere incisie, grotere precisie, minder risico op infecties, kortere hospitalisatie, sneller herstel.

Of het comfort voor de chirurg een ander beslissingscriterium vormt? Op deze vraag werd bevestigend geantwoord, met deze toelichting door een van de aanwezige chirurgen: “Ook dat biedt een meerwaarde voor de patiënt: meer comfort betekent dat ik de laatste ingreep van de dag met evenveel concentratie en precisie uitvoer als de ingreep waar ik de dag mee start.”

Meerkost voor het ziekenhuis, toch besparing voor ziekteverzekering… euh?

In zowat alle gevallen leidt robotondersteuning tot een meerkost voor het ziekenhuis. Deze extra kost kan niet verhaald worden op de patiënt, maar wordt evenmin vergoed door het Riziv. Daardoor spelen er soms ook economische overwegingen mee bij het beslissingsproces. Nochtans wordt deze meerkost voor quasi alle ingrepen altijd terug gewonnen door besparingen in de ziekteverzekering: de betrokken patiënt moet minder lang wordt gehospitaliseerd en kan, eens thuis, ook terug sneller aan het werk … Niettemin maakt de huidige Riziv-regeling dat helaas niet alle patiënten die baat kunnen hebben bij een robotingreep daar ook effectief op kunnen rekenen.

De chirurgen in het panel werken enerzijds mee aan studies en registraties om de economische besparingen voor de ziekteverzekering nog beter te documenteren, zodat het Riziv hopelijk kan overtuigd worden om deze situatie te corrigeren. Anderzijds kijken ze ook uit naar nieuwe chirurgierobots die op de markt komen. Tot voor kort was er eigenlijk maar één fabrikant die de markt van chirurgierobots domineerde. Met de komst van nieuwe spelers op deze markt, zal wellicht de concurrentie sterker gaan spelen, waardoor de al eerder genoemde meerkost hopelijk sterk gaat dalen.

Doorbraak van robotchirurgie zal zich doorzetten

Zowat alle chirurgen in het panelgesprek zijn het erover eens dat robotchirurgie nog verder zal doorbreken in de medische wereld. Zij verwachten enerzijds nieuwe ontwikkelingen waardoor robots op méér terreinen dan voorheen kunnen ingezet worden. Anderzijds gaan zij ervan uit dat de huidige generatie van chirurgen-in-opleiding eerder geneigd zullen zijn om zich te bekwamen in robotchirurgie dan, bijvoorbeeld, in laparoscopische technieken.

Synergie met andere technologieën en technieken

“Innovatie???”, vraagt de deelnemende uroloog in het panelgesprek, “…Robotchirurgie bestaat al meer dan 20 jaar. Het is dus geen echte doorbraakinnovatie meer, al wordt er nog steeds gewerkt aan verdere vernieuwingen binnen het concept”. Hij verwijst naar een ander type innovatie: een app voor urologische chirurgen waarmee ze onderling elke robotgeassisteerde ingreep kunnen benchmarken om op die manier steeds beter en performanter te werken”.

Dat leidt meteen naar andere technieken en technologieën die robotchirurgie naar een nog hoger niveau tillen: 3D-beeldvorming en andere imaging-technieken, artificiële intelligentie en machine learing, of zelfs 5G netwerken om vanop afstand ingrepen uit te voeren… De pipeline met innovaties zit alvast goed gevuld.

Al deze evoluties zullen voor extra meerwaarde voor de patiënt leiden. Bovenop de gekende voordelen van robotchirurgie, brengen deze innovaties een nog grotere voorspelbaarheid van het resultaat en van de outcomes voor de patiënt.

Met dank aan de artsen die aan dit symposium deelnamen:

Dr. Roel Beelen, dr. Filip Casselman, dr. Frank Van Praet, dr. Geoffrey Lesage, dr. Vincent Roosens (initiatiefnemer van de OLV Robotic Week), dr. Koen Traen, dr. Bart Willaert, dr. Ruben De Groote, dr. Eric Wyffels, dr. Alexander Mulliez en dr. Jan Van Houcke.