Robotchirurgie in de dienst Gynaecologie

Dokter Koen Traen, staflid Gynaecologie, OLV Ziekenhuis Aalst
De voorbije jaren werden er in onze dienst jaarlijks 50 tot 75 procedures met robotondersteuning uitgevoerd, enkel voor cervix- en endometriumcarcinoom. Nu kunnen we de nieuwe Hugo-robot ook bij goedaardige pathologieën inzetten, streven we naar een honderdtal ingrepen met robotassistentie per jaar/
Dr. Koen Traen
Dr. Despierre en Dr. Traen bij de Da Vinci-robot

Op weg naar 100 ingrepen met robotondersteuning per jaar

Robotchirurgie werd binnen de dienst Gynaecologie-Verloskunde van het OLV Ziekenhuis tot voor kort in de eerste plaats gebruikt bij gynaecologische oncologie, door dokter Evelyn Despierre en dokter Koen Traen. Nu de Hugo-robot het arsenaal van de Da Vinci-robots is komen aanvullen, wordt het actieterrein voor robotchirurgie binnen deze discipline verruimd en gaat ook dokter Bruno Seynhave met de robot aan de slag.

Sinds wanneer worden er binnen uw dienst ingrepen uitgevoerd met robotondersteuning?

Dokter Koen Traen, staflid dienst Gynaecologie-Verloskunde: “De dienst Gynaecologie van het OLV Ziekenhuis is heel vroeg op de boot van de robotchirurgie gesproken. Ikzelf ben er in 2008 mee gestart en voer nu robot-geassisteerde gynaecologische oncologische ingrepen uit –  zowel in het OLV als in het ASZ en daarnaast werk ik nog steeds één week op vier in het Odense University Hospital in Denemarken. We hebben dan ook al wat jaren ervaring met robotondersteuning. In de beginjaren werkten we met de eerste modellen binnen de Da Vinci-reeks van de firma Intuitive Surgical. Ondertussen zijn deze toestellen verder geëvolueerd en beschikken we in het OLV Ziekenhuis onder andere over het absolute toptoestel, de Da Vinci Xi.”

Bij welke pathologie wordt de robot ingezet binnen uw expertisedomein?

Dokter Evelyn Despierre, staflid dienst Gynaecologie-Verloskunde: “Met de Da Vinci-robots focussen we ons voornamelijk op gynaecologische oncologie, meer bepaald ingrepen bij baarmoeder- en baarmoederhalskanker. Bij endometriumcarcinoom in een vroegtijdig stadium is het verwijderen van de baarmoeder en beide eierstokken, gecombineerd met een sentinelklierprocedure, de hoeksteen van de behandeling. Gezien een aanzienlijk aantal van deze patiënten overgewicht hebben en het opsporen van de schildwachtklier vaak noodzakelijk is, is dit een indicatie bij uitstek voor robot-geassisteerde chirurgie. Hierdoor kunnen zo goed als alle patiënten op een minimaal invasieve manier worden behandeld, waar dit vroeger niet mogelijk was.“

Dokter Traen: “De tweede belangrijke pathologie waarvoor het inzetten van de robot is aangewezen, is cervixcarcinoom. Dankzij screening via uitstrijkjes komt baarmoederhalskanker gelukkig steeds minder voor. Niettemin dienen er zich vandaag nog altijd patiënten met baarmoederhalskanker aan. Wanneer na staging beslist wordt tot primaire heelkunde, wordt een Wertheim-Meigs-operatie uitgevoerd. In geselecteerde gevallen wordt dit robot-geassisteerd uitgevoerd. Hierbij wordt de baarmoeder verwijderd samen met een stukje van het bovenste deel van de schede en een deel van het omringende steunweefsel rond de baarmoederhals, waarnaast tevens een sentinelklierprocedure of een pelviene lymfadenectomie wordt uitgevoerd.”

Zal ook de Hugo-robot voor deze pathologie worden ingeschakeld?

Dokter Despierre: “Voorlopig nog niet. Hoewel het Hugo RAS-systeem al gecertificeerd is voor gynaecologische toepassingen, is het toestel nog niet uitgerust met een infraroodcamera. En dat is een vereiste voor een sentinelklierprocedure, waarbij we met een infraroodcamera de schildwachtklier opsporen. In afwachting daarvan wordt de Hugo-robot hier aangewend bij benigne pathologie.”

Dokter Bruno Seynhave, diensthoofd Gynaecologie-Verloskunde: “Inderdaad. Tot voor kort werd de robot hier zo goed als uitsluitend ingezet bij gynaecologische oncologie, en waren dokter Despierre en dokter Traen de toegewezen experts voor robotchirurgie binnen onze dienst. Hoewel de incidentie van cervix- en endometriumcarcinoom lager is dan de urologische kankers, hebben zij net als onze collega’s-urologen de voorbije jaren ook binnen de gynaecologie een stevige expertise op het vlak van robotchirurgie opgebouwd. De voorbije jaren werden er in onze dienst jaarlijks 50 tot 75 procedures met robotondersteuning uitgevoerd. Nu willen we de nieuwe Hugo-robot ook bij meerdere goedaardige pathologieën inzetten, bijvoorbeeld bij het uitvoeren van een hysterectomie in het geval van myomen en fibromen. Hierdoor zou het aantal ingrepen met robotassistentie toenemen. Op korte termijn beogen we een honderdtal robotingrepen per jaar.”

Dokter Traen: “Wij hebben recent in het OLV Ziekenhuis als tweede Europese centrum een hysterectomie met Hugo-robotondersteuning uitgevoerd. Dat mag toch wel eens vermeld worden. Onze expertise wordt trouwens ook aangewend om binnen de gynaecologie de indicaties te identificeren waarvoor de Hugo-robot het meest is aangewezen. Daarenboven leveren we vanuit onze praktijkervaring belangrijke informatie voor de ideale opstelling van de robotarmen bij elk type ingreep.”

U bent ook actief binnen de OLV Borstkliniek. Zijn er daar toepassingen voor robotchirurgie?

Dokter Traen: “Wij gebruiken de Da Vinci-robot hier momenteel in studieverband, voor een innovatieve techniek om een tepelsparende borstamputatie met prothesereconstructie uit te voeren. Samen met dokter Despierre heb ik ondertussen 8 dergelijke ingrepen uitgevoerd, telkens met succes en tot grote tevredenheid van de patiënten. Buiten het OLV Ziekenhuis wordt deze innovatieve techniek binnen Europa enkel in een beperkt aantal centra toegepast”.

Dokter Despierre: “Door de robot hierbij in te zetten, kan de enige noodzakelijke snede beperkt blijven tot slechts 3 tot 4 cm en kan deze incisie meer naar de rug van de patiënte toe geplaatst worden, binnen de omtrek van een BH. Aan het einde van de ingreep is het zo goed als niet zichtbaar dat de patiënte werd geopereerd. Een snelle recuperatie en re-integratie met een gunstige effect op de levenskwaliteit en het psychoseksueel welbevinden zijn het hoofddoel van deze techniek. Niettemin moeten we vermelden dat deze techniek vooral is aangewezen voor een preventieve ingreep bij patiënten die erfelijk belast zijn met een verhoogd risico op het ontwikkelen van borstkanker. Het ziet er met andere woorden niet naar uit dat robotchirurgie de standaard wordt voor borstkankerchirurgie.”

Hoe ziet u de toekomst voor robotchirurgie binnen uw dienst?

Dokter Seynhave: “De toekomst zal in het teken staan van samenwerken. Als we onze expertise inbrengen binnen het ziekenhuisnetwerk met het A.S.Z. en UZ Brussel, dan kunnen we samen een écht expertisecentrum voor gynaecologische ingrepen met robotassistentie worden.”

dr. Bruno Seynhave
Als we onze expertise inbrengen binnen het ziekenhuisnetwerk, dan zijn hebben we hier in Aalst een écht expertisecentrum voor gynaecologische ingrepen met robotassistentie.
Dr. Bruno Seynhave