Wat is een PET-scan? Zijn er risico's?

Inhoudstafel
PET Centrum Zuidoost-Vlaanderen

Een PET/CT-scanner is een combinatie van een PET-scanner en een CT-scanner in één toestel.

Een PET-scan (Positron Emission Tomografie) is een isotopisch onderzoek waarbij een zwak radioactieve suikerstof (isotoop) wordt ingespoten. Deze kleine hoeveelheid radiactieve stof is niet schadelijk; u plast het gewoon weer uit na het onderzoek.

Gecombineerd werkingsprincipe

Kankercellen en ontstekingscellen verbruiken veel energie en hebben dus veel brandstof nodig in de vorm van suiker (glucose). Een PET-scan maakt ontstekingen en kwaadaardige weefsels zichtbaar door een verhoogde opname van deze isotoop. Op die manier kan men de evolutie van kwaadaardige tumoren en/of uitzaaiingen bij kankerpatiënten volgen, zodat de meest aangewezen therapie voor elke kankerpatiënt kan worden bepaald. Dit onderzoek kan ook voor een aantal andere indicaties worden aangewend, maar het merendeel van de onderzoeken betreft kankerdiagnoses.

Een CT-scanner werkt met röntgenstralen en maakt zeer gedetailleerde beelden van de anatomie van het lichaam. Bij een CT-scan worden er meerdere dunne dwarsdoorsneden gemaakt van het te onderzoeken lichaamsdeel. Van de röntgenstraling merkt u tijdens de scan niets

Door combinatie van beide onderzoeken in één toestel kan men fusiebeelden maken, waarbij de gevonden afwijkingen op de PET-scan onmiddellijk kunnen worden gelokaliseerd in het lichaam dankzij de anatomische informatie van de CT-scan.

Risico's - bijwerkingen

Het isotoop dat voor de PET-scan wordt gebruikt is een suikerstof die overeenkomt met het lichaamseigen glucose. Daarom zijn bijwerkingen omwille van dit isotoop vrijwel uitgesloten.

Indien u extra contrastmiddel kreeg voor de CT-scan, dan kunnen er sommige bijwerkingen optreden, doch dit is héél zelden .

Er kan eventueel een allergische reactie optreden (huiduitslag, jeuk of soms benauwdheid met zwelling van keel, ogen en lippen). In die gevallen wordt er medicatie gegeven om deze ongemakken te verhelpen.

Het echter heel belangrijk dat u het personeel vooraf verwittigt als u weet dat u allergisch bent aan contrastmiddelen of aan jodium. Dan kunnen de contrastmiddelen enkel onder strikte voorwaarden worden toegediend, na een voorbereiding die reeds de dag voor het onderzoek dient te worden gestart. Wij zullen meestal ook geen extra contrastmiddelen toedienen aan patiënten met slecht werkende nieren. De verwijzende arts zal hier reeds op letten, maar aarzel niet om dit zelf tijdig vooraf te melden als u hiervan op de hoogte bent. Bij twijfel zal het onderzoek worden uitgevoerd zonder extra contrastmiddel.